Je studieplek is belangrijk om goed te kunnen studeren.

Zoek een rustige omgeving op, met veel licht en zuurstof.

40% van de zuurstof die je inademt gaat namelijk direct naar je hersenen.

Goed eten (niet te zwaar en weinig suiker) en veel water drinken

hebben een positieve invloed op het studeren.

Alles wat je in het linker deel van je blikveld ziet, wordt ontvangen door je rechter hersenhelft en vice versa.

Het linker deel is “gespecialiseerd” in het verwerken van bijvoorbeeld tekst en lijsten.

Het rechter deel is “gespecialiseerd” in het begrijpen van structuur en het creëren van overzicht.

Bij linkshandigen is dit andersom. 

De meeste leerlingen beginnen te studeren zonder overzicht te hebben op de stof.

De inhoudsopgave kan je daarbij helpen.

Deze structuur van de inhoudsopgave is vaak eenvoudig te begrijpen.

Zo krijg je een overzicht van de stof.

Wanneer het overzicht goed begrijpt, gaat het studeren makkelijker.

Het is belangrijk om actief te studeren  door jezelf vragen te stellen over de tekst.

Hierdoor kun je hoofdzaken van bijzaken scheiden en de stof beter en langer onthouden.

Het vragen stellen duurt misschien iets langer, maar is dé stap om alles te begrijpen en onthouden.

Door een samenvatting te schrijven ben je actief bezig met het verwerken van de stof.

Het schrijven van een samenvatting laat je nadenken over de belangrijkste zaken en

geeft je een goed overzicht om mee te werken.

Verwerk de vragen in je samenvatting.

Het gebruik van flashcards is een eenvoudige, doch effectieve manier om te leren.

Je kunt jezelf continu controleren of je je aantekeningen kent en

of je de zelf geformuleerde vragen kunt beantwoorden.

Door de stof te visualiseren kan je deze beter onthouden.

Dit komt omdat er beter gebruik wordt gemaakt van je hersenen, die visueel zijn ingesteld.

Visualiseren kan door plaatjes, modellen en tekeningen, maar ook door het maken van mindmaps.

Onderzoek toont aan dat je het meeste leert aan het begin en einde van een studieblok.

Wanneer je begint wil je snel vooruit en blijf je geconcentreerd.

Daarna daalt je concentratie.

Wanneer je weet dat je over een tijdje moet stoppen met studeren gaat de concentratie weer omhoog.

Daarom is het van belang dat je regelmatig pauze houdt. 

Door iets aan iemand anders uit te leggen leer je zelf erg snel.

Een ander kan je inspireren en op ideeën brengen waar je zelf nooit op was gekomen.

Ook door het delen van aantekeningen kan je nieuwe inzichten krijgen in de stof.

Als je iets echt begrijpt, kan je het een ander uitleggen (‘er in lesgeven’).

Door het een ander uit te leggen, ben je actief bezig met het ophalen van informatie, denk je er weer over na en

dus sla je het beter op.

Op die manier vergeet je het minder snel.

Uit onderzoek komt naar voren dat het één van de meer leerzame dingen is die je kan doen.

Wanneer je de leerstof niet herhaalt, zal je het nooit op lange termijn onthouden wanneer we deze niet herhalen.

Onderzoek toont aan dat je de leerstof moet onthouden na een uur, dag, week, maand en na 6 maanden

om het in je langetermijngeheugen op te slaan.