Debatteren

 

Mensen in Nederland staan bekend om hun uitgesproken mening.

Op straat, op het werk en op school wordt er over allerlei onderwerpen gediscussieerd.

Vaak hebben we ook onze mening snel klaar en blijven we daarbij. Ténzij we ons laten overtuigen door een ander.

En dat is nu juist waar debatteren om draait. In een debat heb je altijd voor en tegenstanders.

Wanneer we iemand zijn of haar mening horen geven over een bepaald onderwerp dan weten we

vaak snel wat we van die mening vinden. Ben je het met hem of haar eens, of juist niet?

Bij een debat wordt een discussie gestructureerd vorm gegeven.

Een aantal personen gaat met elkaar de strijd aan waarbij de verschillende meningen nog wel eens botsen.

Dan ook wordt duidelijk dat er een verschil is tussen gelijk hebben en gelijk krijgen.

Het gaat in een debat namelijk niet om gelijk hebben, maar om gelijk krijgen.

Dat heb je zelf vast ook wel eens gemerkt als je in discussie ging met je docent.

Al denk je van jezelf dat je gelijk hebt, dat betekent nog niet dat je gelijk krijgt.

 

1. Bekijk het volgende filmpje

 

2. Praat met de klas.

Wat viel je op in het filmpje?

Hoe gedraagt iedereen zich?

Zijn er ‘spelregels’? etc.… .

(Je kunt dit klassikaal doen maar je kunt dit ook in groepjes laten doen van vier en dan de uitkomst

van ieder groepje bespreken.)


Een debat moet een onderwerp hebben, en om dit onderwerp te bespreken gebruik je een stelling.

Een stelling moet je uitdagen om je mening te geven.

Een stelling wordt nooit geformuleerd als een vraag.

En een stelling mag ook best felle voor- en tegenstanders oproepen.

Een goede stelling sluit aan bij jouw interesse en gaat over een onderwerp dat duidelijk is.

De manier waarop een stelling is beschreven is erg belangrijk.

 

3. Probeer nu zelf eens een stelling te verzinnen.

De leerlingen schrijven een stelling op een memoblaadje. Klassikaal bespreken.


4. Spelregels.

Bij een debat gelden er regels.

Net als bij een voetbalwedstrijd kan een debat alleen goed verlopen als iedereen weet wat de regels zijn.

Bedenk zoveel mogelijk regels voor een goed debat.

De docent noteert deze op een groot vel en hangt dit op het bord.

 

Voorbeelden spelregels:

  1. Zorg voor een goede duidelijke stelling.
  2. De gespreksleider is neutraal.
  3. Spreek vooraf af hoelang je debatteert over een stelling. ( keukenwekker)
  4. Als je iets wilt zeggen dan ga je staan, je praat pas als je aan de beurt bent.
  5. Geef argumenten, zeg waarom je iets vindt.                                                                  
  6. Omgangsregels zoals:

- Elkaar laten uitpraten

- Spreek duidelijk en ga niet roepen of schreeuwen                              

- Net taalgebruik

- Luister goed naar wat iemand zegt en probeer daar op te reageren

- Kijk elkaar aan

- Blijf bij het onderwerp


5. Aan de slag!

De klas wordt in twee groepen verdeeld.

Zij gaan nu zelf proberen te debatteren. 

Gebruik een stelling als oefening.

De docent is de gespreksleider en houdt de tijd in de gaten.

Denk  aan de spelregels!!

 


Voorbeelden van stellingen

 

  • De militaire dienstplicht moet weer worden ingevoerd.
  • Op downloaden van muziek via internet moet een straf komen te staan.
  • Euthanasie moet verboden worden.
  • Al het openbaar vervoer moet gratis worden.
  • De doodstraf moet weer worden ingevoerd.
  • Rood staan mag alleen als je een baan hebt.
  • Voor spijbelen mag je geschorst worden
  • Ook vrouwen moeten paus kunnen worden
  • Sportteams moeten altijd gemixt zijn
  • Alcoholproducten moeten twee keer zo duur worden
  • Alcoholreclame moet verboden worden
  • Alle lantaarnpalen moeten ’s nachts uit
  • Alleen orgaandonoren mogen donororganen ontvangen
  • Als de oorlog over is, moeten vluchtelingen terugkeren naar hun land van herkomst
  • Als een docent examens kwijtraakt, moeten alle leerlingen een voldoende krijgen
  • Als je vlucht voor armoede, moet je ook in Nederland kunnen blijven
  • Asielkinderen die minimaal 5 jaar in Nederland zijn moeten een verblijfsvergunning krijgen
  • Bibliotheken zijn overbodig
  • De gegevens van internetpesters moeten gepubliceerd worden
  • De politie moet voor 50% uit vrouwen bestaan
  • Dierproeven moeten verboden worden
  • Elke school moet een politieagent hebben 1 beleid Onderwijs
  • Snoepreclames moeten verboden worden
  • Tijdens een gesprek moet je nooit aan je telefoon zitten
  • Vuurwerk moet verboden worden
  • De zomertijd moet worden afgeschaft
  • Energiedrankjes moeten verboden worden
  • Ieder kind moet elke week verplicht 1 boek lezen
  • Klasgenoten moet je altijd accepteren op Snapchat
  • Middelbare scholieren moeten gratis met het ov kunnen reizen
  • Motorclubs moeten verboden worden