Stappenplan Lezen

 

Er zijn een aantal manieren waarop je een tekst kunt lezen.

Oriënterend lezen

Bekijk:

  • de tekst;
  • de titel / ondertitel;
  • de (vetgedrukte) eerste alinea;
  • de tussenkopjes;
  • opvallende woorden;
  • tekeningen, grafieken, opsommingstekens;
  • de bronvermelding (bedenk: "Vind ik de tekst betrouwbaar?").
  • Wat voor soort tekst is het?

 

Lees:

  • Voorspel nu waar de tekst over zou kunnen gaan (het onderwerp).
  • Wat weet je al van het onderwerp? (Voorkennis).
  • Voor wie is de tekst bedoeld?
  • Wat is het doel van de tekst?
  • Bedenk: wat zou ik over het onderwerp te weten willen komen?

 

Globaal lezen

Kijk naar het begin en eind van elke alinea.

  • De kernzin geeft vaak aan waar de alinea over gaat.
  • De laatste zin van de alinea geeft vaak de conclusie van de alinea weer.
  • Bepaal het deelonderwerp van de alinea.

 

Zoekend lezen

Je zoekt in de tekst een antwoord op de vraag.

  • Gebruik de tussenkopjes.
  • Let op opvallende woorden / cijfers.
  • Zoek naar woorden die met het antwoord op de vraag te maken kunnen hebben.

 

Precies lezen

Lees de tekst heel nauwkeurig door.

  • Gebruik een woordraad-strategie voor moeilijke woorden. ( Zie stappenplan moeilijke woorden)
  • Vertel de belangrijkste dingen hardop of in gedachten na.
  • Zoek de hoofdgedachte. ( Wat wordt er over het onderwerp gezegd?)