Digitale Geletterdheid

 

Hier vind je een beperkte verzameling praktische energizers, lestips en projectideeën
die kunnen helpen om direct aan de slag te gaan met digitale geletterdheid.


Start een reisbureau 
Boek je reis digivaardig
Leerlingen runnen een online reisbureau.
Klanten (ouders, leraren of onbekenden) kunnen via een speciale website van de klas een reisadvies aanvragen.
De leerlingen gaan op zoek naar informatie over onder meer de bestemming, over activiteiten, hotels en gerechten en

maken de klant blij met een advies.

Het enige wat de leerlingen niet doen, is de reis ook echt boeken.

Zo werken leerlingen aan hun informatievaardigheden, maar doen ze ook kennis op over andere landen en
culturen - mooi passend bij wereldoriëntatie.

En ze leren communiceren met anderen via internet. 


Het Kennismakingsspel

Gebruik technologie en media om elkaar beter te leren kennen
Verdeel de klas aan het begin van het schooljaar in twee of drie groepen.

Geef aan elke groep evenveel vragen.

Elke leerling heeft nu één vraag.

Hierop moet hij van zoveel mogelijk klasgenoten uit zijn groep antwoord krijgen.
Belangrijk is dat daar ook vragen bij zitten over digitale media:


■ Wat was de allereerste game die je ooit speelde?
■ Wat is de grootste blunder die je op sociale media hebt gemaakt?
■ Heb je ‘s nachts je smartphone naast je bed liggen en zo ja, staat hij uit of aan?
■ Wat is grappigste filmpje dat je op YouTube hebt gezien?
■ Wat is het ergste dat iemand een ander kan aandoen op internet?
■ etc

Als deze ronde voorbij is, dan krijgt ieder lid van de groep een naam van een leerling van die groep.

Nu lopen ze weer rond, terwijl ze vragen aan de anderen: heb je informatie over die leerling?

De antwoorden worden weer genoteerd door de leerlingen.
Vervolgens worden de antwoorden van één leerling voorgelezen en moet de klas raden over wie het gaat.

 


Plakken, plakken

Geef je mening over digitale zaken
De leraar geeft een probleemstelling waarbij meerdere oplossingen of meningen mogelijk zijn.

De oplossingen worden op papier gezet door de leerlingen en daarna opgehangen.

Iedere leerling krijgt nu gekleurde stickers en hangt/plakt die bij de voor hem/haar beste oplossing of mening.

Daarna volgt een klassengesprek over de uitkomsten. 

 

Mogelijke stellingen:
■ Iedere leerling moet leren programmeren, wil hij/zij op zijn toekomst zijn voorbereid.

■ De school moet leerlingen meer inzetten om de computersystemen veilig te maken.


Voorspel de toekomst

Wat zou er gebeuren als..
Je gaat met de klas voorspellen.
a. Er zijn nu al mensen die een chip in 
een pols laten zetten, zodat ze niet elke dag hun chipkaart hoeven pakken
    en scannen als ze hun kantoor binnen gaan.

    Wat zou er gebeuren als het straks enorm simpel wordt om technologie in ons lichaam te stoppen en
    je er allerlei voordelen uit kunt halen?
b. Wat zou er gebeuren als in 2030 de helft van het huidige werk door robots kan worden uitgevoerd

c. enzovoorts.


Beroepen en talenten

Digitale talenten voor de beroepen van de toekomst
Laat leerlingen inzien welke beroepen en talenten nodig zijn voor het maken van een computerspel.

En laat ze nadenken over hun eigen talenten en toekomstige beroep.

Dat kan door op het digibord het spel Minecraft te projecteren.

Stel de volgende vragen:
■ Wat voor beroepen hebben de mensen die bij Minecraft werken?
■ Welk(e) talent(en) moet je bezitten om zo’n beroep uit te kunnen oefenen?
■ Welk(e) talent(en) heb jij?
■ Voor welke beroepen zou je die later in kunnen zetten?

De leerlingen maken vervolgens een woordspin: ze schrijven het beroep op een stuk papier en plaatsen daar omheen
woorden die aangeven wat ze nodig hebben om dat beroep uit te kunnen oefenen


Bedenk een sterk wachtwoord
Versterk je veiligheid online!
Erg veel mensen, zowel kinderen als volwassenen, kiezen een wel erg dom wachtwoord.

Ze nemen ‘12345’ of ‘wachtwoord’ of hun voornaam.

Een sterk wachtwoord is belangrijk, zodat de kans kleiner is dat die wordt gekraakt.

Bedenk een zin en neem de eerste letters van elk woord, met ook nog een hoofdletter, leesteken en cijfer erbij.

Bijvoorbeeld: ‘Ik eet 188 pannenkoeken via mijn neus, serieus!’.

Dat levert het volgende wachtwoord op: Ie188pvmn,s!.

Wie bedenkt de gekste zin? En welk wachtwoord levert dat dan op?

Eén keer doe je dat met de klas, de tweede keer doen ze het in stilte.

Je wachtwoord houd je namelijk geheim, net als je pincode. 

 

Op de website van Veilig Internetten kun je checken hoe sterk je wachtwoord is.
Kijk ook eens naar What the Hack
(van de NPO).