Metaforen 1

 

Het projectje Metaforen draait rond het leren zien van kwaliteiten en dit omzetten in beeldspraak.

Aan het einde van het project hebben alle leerlingen een metafoor voor hun eigen kwaliteiten gevonden.

 

Tijdens de eerste les is het belangrijk dat de leerlingen een beeld krijgen van wat een metafoor precies is.

Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de oefening met de vier dieren of gestart worden met de fotokaarten.

Bij deze oefeningen denken leerlingen in beelden.

 

Bespreek na één van deze oefeningen met de groep wat nu eigenlijk een metafoor is.

Belangrijk hierbij is dat de leerlingen zien dat een metafoor niet letterlijk zegt wat het eigenlijk bedoelt.

 

 

Om een verdere stap te zetten naar hun metafoor krijgen de leerlingen voorbeelden te zien.

 

Print de metaforenkaarten en leg deze verspreid op tafels in de ruimte.

Laat leerlingen er rustig naar kijken en er met elkaar over spreken.

Het kan zijn dat ze metaforen tegenkomen die ze bij zichzelf vinden passen, of totaal niet.

Bespreek met de leerlingen wie herkenbare metaforen heeft gezien.

 

Scroll naar beneden op de pagina